Veelgestelde vragen
Waar gaat het onderzoek over?
Onderzoek Bestrijdingsmiddelen en Cognitie | Universiteit Utrecht | Home
Wat is de achtergrond van het onderzoek?
Wat is het doel van het onderzoek?
Onderzoek Bestrijdingsmiddelen en Cognitie | Doel van het onderzoek
Van wanneer tot wanneer loopt het onderzoek?
Dit onderzoek loopt van voorjaar 2025 tot en met het najaar van 2025. De resultaten worden halverwege 2026 verwacht.
Wie voert het onderzoek uit?
Wie betaalt/financiert het onderzoek?
Dit onderzoek gebeurt in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, de uitvoering is door medewerkers van de Universiteit Utrecht.
Waar staat OBO voor?
Onderzoek Blootstelling Omwonenden
Waar kan ik meer informatie vinden over de andere deelonderzoeken van de OBO?
Onderzoek Bestrijdingsmiddelen en Omwonenden – Exposoom – Universiteit Utrecht en Onderzoek Bestrijdingsmiddelen en Omwonenden | RIVM
Wie mag er meedoen aan het onderzoek?
Alle kinderen uit groep 7 en 8 die wonen in een regio (in Gelderland) waar fruitboomgaarden voorkomen.
Waarom onderzoek met kinderen?
Het hoofddoel van deze studie is het verkennen van methoden om blootstelling aan pesticiden bij kinderen te meten en de beste manier te onderzoeken om cognitie bij kinderen te meten. Dit dient als een pilotstudie voor een grootschaliger toekomstig onderzoek naar het verband tussen blootstelling aan pesticiden en cognitie bij kinderen. In de pilotfase willen we specifiek alle communicatiematerialen ontwikkelen, de procedures voor blootstellingsmetingen en cognitieve tests evalueren met betrekking tot communicatie-uitdagingen en online tools, en wervingsopties ontwikkelen.
Waarom is er onderscheid tussen kinderen tot 12 jaar en kinderen boven 12 jaar?
Wettelijk gezien wordt er onderscheid gemaakt tussen kinderen tot 12 jaar en kinderen van 12 jaar en ouder op basis van hun vermogen om zelfstandig geïnformeerde toestemming te geven.
Hoeveel tijd kost meedoen?
Meedoen kost twee weken waarin verschillende metingen, testen en vragenlijsten worden gedaan door het kind, de ouder(s). In totaal vraagt het om een tijdsinvestering van ongeveer 2,5 uur voor het kind en 2 uur voor de ouders.
Wat gebeurt er als mijn kind stopt met het onderzoek voordat het is afgelopen?
U of uw kind wil(t) zelf stoppen met het onderzoek. Dat kan op elk moment. Meld dit dan bij de onderzoeker. U hoeft niet te zeggen waarom u stopt. Als u of uw kind wil stoppen met het onderzoek, neemt u contact op met het onderzoeksteam.
Hoe geef ik toestemming voor het onderzoek?
Deelname aan de studie start met een aanmelding via het inschrijfformulier. Als u akkoord gaat met deelname aan de studie en voldoet aan de deelnemerscriteria, ondertekent u het toestemmingsformulier elektronisch. Uw persoonlijke link naar dit formulier ontvangt u per e-mail.
Kan ik mijn toestemming voor het gebruik van mijn gegevens intrekken?
Ja, u kunt op elk moment uw toestemming voor het gebruik van uw intrekken. Zeg dit dan tegen de onderzoeker. Maar let op: als u uw toestemming intrekt en er zijn al gegevens verzameld voor het onderzoek, dan mogen de onderzoekers deze gegevens nog wel gebruiken. Als u uw toestemming intrekt, zal het lichaamsmateriaal vernietigd worden. Maar als er al metingen mee zijn gedaan, mogen de onderzoeker de resultaten daarvan blijven gebruiken.
Wanneer stopt het onderzoek?
Het onderzoek stopt in de volgende gevallen:
U en uw kind hebben alle metingen en testen gedaan en de materialen teruggestuurd.
U of uw kind wil(t) zelf stoppen met het onderzoek. Dat kan op elk moment. Meld dit dan bij de onderzoeker. U hoeft niet te zeggen waarom u stopt.
Het RIVM, de overheid of de medisch-etische commissie die het onderzoek beoordeelt, besluit dat het onderzoek moet stoppen..
Wat gebeurt er na het onderzoek?
Ongeveer anderhalf jaar na het afronden van de testen, deelt de onderzoeker de belangrijkste resultaten van het onderzoek als geheel met u. Als u dat wilt, kan de onderzoeker al enkele weken na uw deelname de uitkomst van de cognitietesten van uw kind laten met u delen.
Na afronding van het onderzoek zal ook op de website van het RIVM een samenvatting van de resultaten van dit onderzoek getoond worden.
Wat kwam er uit eerder onderzoek?
In 2016 is onderzocht in hoeverre omwonenden van bollenvelden in contact komen met bestrijdingsmiddelen. Uit dit ‘Onderzoek Blootstelling Omwonenden’ (OBO) blijkt dat zij ermee in aanraking komen. Dit komt door het gebruik van deze middelen in de omgeving, maar ook andere bronnen, zoals voedsel, kunnen een rol spelen.
Mensen die in de buurt van landbouwgrond wonen, kunnen vaker in contact komen met pesticiden. Het is echter nog niet duidelijk of deze blootstelling invloed heeft op de gezondheid. Daarom hebben het RIVM, samen met het Institute for Risk Assessment Sciences, de Universiteit Utrecht en NIVEL, in 2018 en 2020 verkennende studies uitgevoerd naar mogelijke gezondheidseffecten.
Deze onderzoeken gaven enkele aanwijzingen voor een mogelijk verband tussen bepaalde gezondheidsklachten en wonen in de buurt van specifieke gewassen. Tegelijkertijd was de beschikbare informatie onvoldoende om hier duidelijke conclusies uit te trekken.
Om die reden adviseerde de Gezondheidsraad in 2020 om verder onderzoek te doen naar de relatie tussen pesticiden en de gezondheid van omwonenden, met speciale aandacht voor mogelijke langetermijneffecten. De raad benadrukte dat een nauwkeurigere manier om blootstelling aan pesticiden te meten nodig is. Daarnaast adviseerde het RIVM om in toekomstig onderzoek ook meer aandacht te besteden aan de leefstijl van omwonenden.
Hoe worden de gegevens verzameld?
U en uw kind ontvangen inloggegevens om de online vragenlijsten en testen in te vullen. Daarnaast krijgen jullie thuis een doos met de materialen die nodig zijn voor het verzamelen van het plukje haar, de urine, het stof en de siliconenbandjes.
Wat doen we met de gegevens het lichaamsmateriaal van uw kind?
Als u met uw kind meedoet aan het onderzoek, geeft u toestemming om de gegevens en het lichaamsmateriaal (het plukje haar en de urine) van uw kind te verzamelen, gebruiken en bewaren.
Welke gegevens bewaren we?
We bewaren de volgende gegevens van uw kind:
Naam, geslacht, adres, geboortedatum, gegevens over de gezondheid en leefstijl van uw kind
Welke lichaamsmaterialen bewaren we?
We verzamelen en gebruiken haar en urine.
Waarom verzamelen, gebruiken en bewaren we uw gegevens en haar en urine?
We verzamelen, gebruiken en bewaren deze gegevens en het lichaamsmateriaal van uw kind om de vragen van dit onderzoek te kunnen beantwoorden en om de resultaten te kunnen publiceren.
Wat zijn de metingen en wat wordt er eigenlijk gemeten? – (1) bestrijdingsmiddelen
Het afnemen van het haarlokje kan op elk moment na ontvangst van de doos, hetzelfde geldt voor het verzamelen van het vloerstof. Het urine monster moet worden afgenomen op een maandag-, dinsdag-, of woensdagochtend. Het monster wordt op dezelfde dag naar het laboratorium gestuurd, dit gaat via de post in een aparte zending. Eén siliconenbandje wordt om de pols gedragen. Het andere bandje wordt in de slaapkamer gelegd. Alebei de bandjes worden 14 dagen lang gebruikt. De meetdoos met deze afnames worden daarna per post naar het onderzoekscentrum teruggestuurd.
We meten 18 verschillende soorten pesticiden in urine en haar. In de polsbandjes en het stof meten we bijna 40 soorten. De pesticiden die we meten, zijn gekozen omdat ze vaker worden gebruikt op de gewassen die in jouw provincie groeien, en omdat ze goed te meten zijn in het laboratorium.
Wat zijn de metingen en wat wordt er eigenlijk gemeten? – (2) cognitie
Cognitieve tests
De test meet hoe goed iemand kan nadenken, dingen kan onthouden, hoe snel iemand reageert, hoe goed iemand oplet en hoe iemand omgaat met risico’s.
De inloginstructies voor de test worden per e-mail verstuurd. Het kind kan de test online doen, op een moment dat het uitkomt, binnen een periode van 14 dagen.
Vragenlijsten
We stellen deze vragen omdat ze belangrijk zijn om te begrijpen hoeveel pesticiden iemand binnenkrijgt, en om de resultaten over het denken en leren van het kind goed te kunnen uitleggen.
Ouders vullen een online vragenlijst in. Deze gaat over het huis, de leefstijl, gezondheid, voeding, sociale situatie en de omgeving van het kind. Ook zijn er vragen over de zwangerschap, het werk en het opleidingsniveau van de ouder(s).
Het kind vult zelf ook een online vragenlijst in. Deze bevat vragen over puberteit, hoe het kind zich voelt, slaap en lichamelijke activiteit. Ook vult het kind een speciale vragenlijst in over gedrag en gevoelens (de SDQ).
Daarnaast vult de leerkracht op school de SDQ-vragenlijst op papier in.
Omdat dit een proefstudie is, willen we graag weten wat goed werkt en wat beter kan. Daarom krijgen deelnemers aan het eind een korte vragenlijst over hun ervaringen. We vragen naar dingen die lastig waren en hoe we de uitleg en communicatie kunnen verbeteren voor de volgende ronde van het onderzoek.
Hoe beschermen we de privacy?
Om de privacy van uw kind te beschermen, geven we alle gegevens en het lichaamsmateriaal een code. Allen deze code komt op de gegevens en het lichaamsmateriaal van uw kind. De sleutel van de code wordt op een beveiligde plek in het onderzoekscentrum bewaard. Wanneer we de gegevens en het lichaamsmateriaal verwerken, gebruiken we altijd alleen de code. Ook in rapporten en publicaties over het onderzoek kan niemand achterhalen dat het om uw kind gaat.
Wie kan de gegevens zien?
Sommige personen kunnen uw naam en andere persoonlijke gegevens zonder code inzien. Dit zijn mensen die controleren of de onderzoekers het onderzoek goed en betrouwbaar uitvoeren. Deze personen kunnen uw gegevens inzien::
- Leden van de commissie die de veiligheid van het onderzoek bewaakt.
- Een controleur die door het RIVM is ingehuurd.
Deze personen moeten uw gegevens geheim houden. We vragen uw toestemming voor hun inzage. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd kan zonder uw toestemming uw gegevens inzien.
Hoe lang bewaren we de gegevens?
We bewaren uw gegevens 15 jaar in het onderzoekscentrum. Het lichaamsmateriaal (haar en urine) wordt vernietigd zodra alle analyses in het laboratorium zijn afgerond.
Kunt u uw toestemming voor het gebruik van uw gegevens weer intrekken?
Ja, u kunt op elk moment uw toestemming voor het gebruik van uw intrekken. Zeg dit dan tegen de onderzoeker. Maar let op: als u uw toestemming intrekt en er zijn al gegevens verzameld voor het onderzoek, dan mogen de onderzoekers deze gegevens nog wel gebruiken. Als u uw toestemming intrekt, zal het lichaamsmateriaal vernietigd worden. Maar als er al metingen mee zijn gedaan, mogen de onderzoeker de resultaten daarvan blijven gebruiken.
Wat zijn de mogelijke risico’s voor deelnemers?
Er zijn geen nadelen verbonden aan deelname aan dit onderzoek. Het dragen van het polsbandje is nauwelijks merkbaar. De tests lijken op puzzelspelletjes en zijn meestal leuk om te doen, al kan het wat vermoeiend zijn. Bij het afknippen van een plukje haar ontstaat een klein kaal plekje, maar dit valt niet op als de plek zorgvuldig wordt gekozen.
Moet ik mij zorgen maken om bestrijdingsmiddelen?
In de landbouw wordt regelmatig met bestrijdingsmiddelen gewerkt. Omwonenden maken zich zorgen of dit een risico vormt voor hun gezondheid. Een consortium van kennisinstituten heeft gemeten in hoeverre omwonenden van bollenvelden in contact komen met bestrijdingsmiddelen. Uit dit Onderzoek Blootstelling Omwonenden (OBO) blijkt dat zij bestrijdingsmiddelen binnenkrijgen. Dit kan het gevolg zijn van het gebruik van deze middelen in de omgeving, maar andere bronnen, zoals voedsel, kunnen daar ook aan bijdragen. Van de onderzochte bestrijdingsmiddelen overschreden de gemeten gehalten in de lucht of urine geen risicogrenzen. Maar volgens het RIVM moeten eventuele gezondheidsrisico’s van omwonenden voor alle gebruikte bestrijdingsmiddelen preciezer worden ingeschat. Daarom is dit onderzoeksprogramma gestart.
Kunnen de gemeten bestrijdingsmiddelen afkomstig zijn van andere bronnen dan het nabijgelegen landbouwperceel?
Voedsel is ook een belangrijke bron van blootstelling aan bestrijdingsmiddelen. Mensen die dicht bij landbouwgewassen wonen, kunnen daarnaast in contact komen met middelen die op die gewassen worden gebruikt. De resultaten van het vorige onderzoek naar blootstelling zijn hier te vinden: Bestrijdingsmiddelen en omwonenden : Samenvattend rapport over blootstelling en mogelijke gezondheidseffecten | RIVM
Wat moet ik doen als ik meedoe?
Als je wilt meedoen, vertel dit dan aan je ouders. Als zij het goed vinden dat je meedoet, dan kunnen zij jou aanmelden via het inschrijfformulier.
Gedurende twee weken ga je thuis een aantal metingen en testjes uitvoeren. Jouw ouder(s) of verzorgers helpen jou hierbij.
1. Je gaat twee weken een polsbandje dragen
2. Je gaat één keer je ochtendplas opvangen
3. Er wordt één keer een klein plukje van je haar afgeknipt (door één van je ouders)
4. Je gaat enkele testen maken en een vragenlijst invullen via onze website.
Voor de online testen en vragenlijst ontvang je van ons inloggegevens via e-mail. We leggen je precies uit hoe alles werkt.
De vragenlijst gaat over hoe het met je gaat, of je al in de puberteit bent en over je leefstijl. Dat betekent: ‘Welke keuzes maak je, bijvoorbeeld welke sport je doet en wat eet en drink je.’ De antwoorden die jij geeft op de vragen worden alleen gezien door de onderzoekers, niet door je ouders en ook niet door je leerkracht.
Tot slot is er ook een vragenlijst voor je leerkracht. Je leerkracht kan goed inschatten wat jouw sterke en zwakke punten zijn en hoe jij het doet op school. We vragen jouw toestemming om de leerkracht deze dingen met ons te laten delen.
Wat moet ik doen als ik me tijdens het onderzoek ongemakkelijk voel?
Heb je vragen? Bespreek ze eerst met je ouders. Zij krijgen veel informatie over het onderzoek. Je kunt ook samen met jouw ouders contact opnemen met Marieke Oldenwening (de onderzoeksmedewerker). Anke Huss (de hoofdonderzoeker) kan jouw vragen ook beantwoorden.
Als je wilt dat Marieke of Anke contact met je opnemen, kun je een e-mail sturen naar: obo.cognitie@uu.nl. Of je kunt hen bellen.
Ook is meedoen niet verplicht. Je mag altijd stoppen. Je hoeft niet uit te leggen waarom je stopt.
Mag ik mijn ouders of verzorgers om hulp vragen tijdens het onderzoek?
Heb je vragen? Bespreek ze eerst met je ouders. Zij krijgen veel informatie over het onderzoek. Je kunt ook samen met jouw ouders contact opnemen met Marieke Oldenwening (de onderzoeksmedewerker). Anke Huss (de hoofdonderzoeker) kan jouw vragen ook beantwoorden.
Krijg ik de uitslag van de testen?
Ongeveer anderhalf jaar nadat je de testen hebt gedaan, vertelt de onderzoeker wat de belangrijkste resultaten van het onderzoek zijn. Als jij (of je ouders) dat willen, kan de onderzoeker al een paar weken na jouw deelname laten weten hoe je het op de intelligentietest hebt gescoord.
Waarom worden er vragen gesteld over mijn puberteit?
De puberteit heeft te maken met hoe je denkt en leert. Daarom is deze informatie belangrijk om de resultaten van de test goed te begrijpen.
Wanneer en hoe lang duurt mijn deelname?
Je deelname aan het onderzoek zal ongeveer twee weken duren. Het onderzoek zal plaatsvinden voor of na de zomer van 2025.
Wat zijn de voordelen en nadelen van deelname?
Er zijn geen nadelen verbonden aan deelname aan dit onderzoek. Het dragen van het polsbandje is nauwelijks merkbaar. De testen zijn vergelijkbaar met puzzelspelletjes, wat het een leuke activiteit maakt, hoewel het af en toe wat vermoeiend kan zijn. Het afknippen van een klein plukje haar kan leiden tot een klein kaal plekje op je hoofd, maar dit valt niet op als de plek zorgvuldig wordt gekozen.
Voordelen: Je hebt er zelf geen direct voordeel van om mee te doen, maar je helpt wel de wetenschap vooruit. Door deel te nemen draag je bij aan de kennis over bestrijdingsmiddelen en hun mogelijke invloed op de gezondheid en cognitie, wat van groot belang is.
Krijg ik een vergoeding als ik meedoe aan het onderzoek?
Je krijgt geen geld voor je deelname aan het onderzoek, maar je ontvangt wel een kleinigheidje als bedankje.
Als ik toch niet mee wil doen met het onderzoek, kan dat dan?
Het is helemaal jouw keuze of je meedoet. Als je niet wilt meedoen, is dat prima, ook als je ouders dat misschien wel zouden willen. Als je wel wilt meedoen, geef je toestemming door je handtekening te zetten.
En zelfs daarna mag je altijd stoppen, als je dat liever wilt.
Als mijn ouders willen dat ik meedoe maar ik wil dat niet, wat dan?
Het is helemaal jouw keuze of je meedoet. Als je niet wilt meedoen, is dat prima, ook als je ouders dat misschien wel zouden willen. Als je wel wilt meedoen, geef je toestemming door je handtekening te zetten.
Als ik wel mee wil doen maar mijn ouders willen dat niet, wat dan?
Jouw deelname aan het onderzoek is alleen mogelijk als zowel jij als je ouders hiermee instemmen. Als je ouders niet willen meedoen, kun je helaas niet deelnemen.
Zijn er specifieke voorbereidingen die mijn kind moet treffen?
Nee, er zijn geen specifieke voorbereidingen die je kind moet treffen. Het is wel handig om een paar korte, rustige momenten in te plannen, zodat je kind ongestoord de cognitieve tests kan doen.
Wat zijn de voordelen en nadelen als u en uw kind meedoen aan het onderzoek?
Mogelijke nadelen:
-Meedoen aan de blootstellingsmetingen levert geen bijwerkingen op. Het polsbandje is gemaakt van 100% siliconen, wat veilig is om te dragen. Het is hetzelfde materiaal als de bandjes die op festivals of evenementen worden uitgedeeld.
-Het afnemen van een plukje haar zorgt voor een klein, tijdelijk kaal plekje op het hoofd. Dit is onzichtbaar als de juiste plek wordt gekozen en het haar groeit weer terug.
-Het meedoen aan de online testen voor cognitie wordt door de meeste kinderen als leuk ervaren, omdat het lijkt op puzzels maken. In sommige gevallen kan het echter moeilijk zijn of zelfs frustrerend. Het kan ervoor zorgen dat uw kind zich daarna wat vermoeid voelt.
-Meedoen aan het onderzoek kost u en uw kind tijd.
Mogelijke voordelen:
-Meedoen aan het onderzoek levert voor u en uw kind geen persoonlijk voordeel op. Uw deelname zorgt er wel voor dat de onderzoekers leren welke methode bij kinderen uit groep 7 en 8 het beste werkt om blootstelling en cognitie te onderzoeken. Deze kennis (fase 1) ontbreekt nu en helpt bij het vervolgonderzoek in 2026 (fase 2). Dan wordt onderzocht of bestrijdingsmiddelen de ontwikkeling van de cognitie beïnvloeden.
-Als u wilt, kunt u op de toestemmingsverklaring aangeven dat u de uitslag van de intelligentietest die we bij uw kind afnemen, wilt ontvangen.
Wat doen we met de gegevens en het lichaamsmateriaal van uw kind?
Als u met uw kind meedoet aan het onderzoek, geeft u toestemming om de gegevens en het lichaamsmateriaal (het plukje haar en de urine) van uw kind te verzamelen, gebruiken en bewaren.
Welke gegevens bewaren we?
We bewaren de volgende gegevens van uw kind:
– naam
– geslacht
– adres
– geboortedatum
– gegevens over de gezondheid en leefstijl van uw kind
Welk lichaamsmateriaal bewaren we?
We verzamelen en gebruiken haar en urine.
Waarom verzamelen, gebruiken en bewaren we uw gegevens en haar en urine?
We verzamelen, gebruiken en bewaren deze gegevens en het lichaamsmateriaal van uw kind om de vragen van dit onderzoek te kunnen beantwoorden en om de resultaten te kunnen publiceren.
Krijgt u een vergoeding als u meedoet aan het onderzoek?
U krijgt geen vergoeding als u meedoet aan dit onderzoek. Aan het eind van de deelnameperiode ontvangt uw kind wel een kleinigheidje als dank voor zijn of haar inzet.
Bent u verzekerd tijdens het onderzoek?
U bent niet extra verzekerd voor dit onderzoek, omdat er geen risico is bij deelname. Daarom hoeft de Universiteit Utrecht geen extra verzekering af te sluiten.
Hoe kan ik feedback geven of een klacht indienen over het onderzoek?
Heeft u vragen over het onderzoek? Dan kunt u contact opnemen met het onderzoeksteam via obo.cognitie@uu.nl. Als u advies wilt van iemand die geen belang bij heeft bij uw deelname kunt u contact opnemen met Nicole Verheijen. Zij is de onafhankelijk deskundige voor dit onderzoek. Zij weet veel over het onderzoek, maar werkt niet mee aan dit onderzoek. U kunt haar bereiken via n.verheijen@nkal.nl.
Heeft u een klacht? Bespreek dit dan eerst met de onderzoeker. Wilt u dit liever niet? Stuur dan een mail naar Klachtenmeldpunt-IRAS@uu.nl.
Waarom worden er vragen gesteld over de puberteit van mijn kind?
In de vragenlijsten vragen we naar het gedrag en de sociale en fysieke ontwikkeling van het kind. Deze factoren hangen samen met de cognitie van het kind. Deze informatie is dus van belang om de resultaten van de cognitieve testen goed te kunnen interpreteren.
Wat gebeurt er als de school niet mee wil werken?
We vragen via de leerling aan de leerkracht om een korte vragenlijst in te vullen over de sterke en zwakke kanten van het kind (de SDQ en een paar extra vragen), en om informatie te geven over de schoolresultaten, zoals de (cito)toetsen uit het leerlingvolgsysteem van de school. Ouders en het kind hebben toestemming gegeven om deze gegevens te gebruiken.
De leerkracht mag zelf beslissen of hij of zij de vragenlijst wil invullen. De informatie die we verzamelen, is gekoppeld aan een code en niet aan de naam van de leerkracht of de school. We vragen alleen of de leerkracht zich voldoende in staat voelt om de vragen over het kind te beantwoorden. De gegevens kunnen niet herleid worden tot de leerkracht.
Welke ondersteuning biedt het onderzoeksteam aan de school?
Vragen over het onderzoek kunnen altijd gesteld worden aan het onderzoeksteam, voor contactgegevens zie de contactpagina.
Hoe worden de resultaten van het onderzoek gedeeld met de school?
De resultaten van onderzoeken als deze worden gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften en op de website van het RIVM Onderzoek Bestrijdingsmiddelen en Omwonenden | RIVM
Ongeveer anderhalf jaar na afronding van het onderzoek vindt u op de website een samenvatting van de resultaten van dit onderzoek.
Kan de school weigeren medewerking te verlenen?
Medewerking van de leerkracht is vrijwillig. Mogelijk zijn er redenen waarom de leerkracht niet mee wil of kan meewerken. Wellicht is er dan een andere leerkracht die kennis heeft over de betreffende leerling, die de lijst zou kunnen invullen.
Wat zijn de privacyregels rondom het delen van gegevens over de leerlingen?
We verzamelen geen privacygevoelige informatie over de leerkracht en kunnen deze ook niet herleiden. De gegevens gaan alleen over het kind. Ouders en het kind hebben toestemming gegeven om deze informatie te gebruiken.
Wilt u meer weten over uw rechten bij het verwerken van persoonsgegevens? Kijk dan op www.autoriteitpersoonsgegevens.nl.
Welke training of briefing ontvangen leraren voorafgaand aan het onderzoek?
Leraren ontvangen een informatiebrief voor de leerkracht via de leerling. Daarnaast kunnen leerkrachten en de schoolleiding informatie over het onderzoek lezen op de website.
Hoe kunnen leraren feedback geven over het verloop van het onderzoek?
Heeft u vragen over het onderzoek? Dan kunt u contact opnemen met het onderzoeksteam. De contactgegevens [hier].
Hoe verloopt het onderzoek?
Vijftig kinderen uit de groepen 7 en 8 van basisscholen in de fruitregio van Gelderland worden gevraagd ieder 2 weken mee te doen. In die periode dragen zij een polsbandje om blootstelling te meten en leveren zij voor nog enkele andere blootstellingsmethoden het materiaal. De kinderen maken daarnaast een aantal online testen waarmee we de cognitie in beeld kunnen brengen. Dit alles kan het kind vanuit huis uitvoeren. Via het CBS vragen wij later de uitslag op van de doorstroomtoets van elk kind.
Wat wordt er van mij verwacht?
We vragen u om de vragenlijst in te vullen over de sterke en zwakke kanten van het kind (SDQ). De lijst is op papier en kan in de bijgesloten antwoordenvelop worden opgestuurd naar de Universiteit Utrecht.
We vragen u geen persoonlijke gegevens; u kunt de vragenlijst anoniem invullen.
Zal bijdragen aan dit onderzoek veel tijd kosten?
5 tot 10 minuten. Mogelijk doen er meerdere leerlingen uit dezelfde klas mee, in dat geval kost het invullen extra tijd.
Mag ik zomaar schoolgegevens delen over de leerlingen?
De leerling en zijn/ haar ouders hebben hier toestemming voor gegeven. Dit mag dus.
Wat zijn de voordelen en nadelen als u medewerking verleent aan het onderzoek?
Het heeft geen voordeel voor de school of de klas als u medewerking verleent aan dit onderzoek. Het is een wetenschappelijk onderzoek naar de invloed van bestrijdingsmiddelen op cognitie van kinderen, een onderwerp dat voor onrust zorgt in de maatschappij. Door mee te doen kunt u een bijdrage leveren aan de kennis hierover. Het nadeel is dat het tijd kost om de lijst in te vullen. Mogelijk doen er meerdere leerlingen uit dezelfde klas mee, in dat geval kost het invullen extra tijd.
Hoe kan ik mijn landbouwpraktijken aanpassen om de blootstelling te verminderen?
Dat zal blijken uit het onderzoek. De resultaten zullen te vinden zijn op de website van het RIVM.
Wordt mijn naam of locatie bekendgemaakt in de resultaten?
De individuele namen en locaties van telers uit de regio of van de deelnemers aan het onderzoek zullen niet worden bekendgemaakt.
Welke ondersteuning biedt het onderzoeksteam aan telers?
Het onderzoeksteam biedt ondersteuning aan telers door vragen te beantwoorden en uitleg te geven over het onderzoek. U kunt altijd contact opnemen met het onderzoeksteam of met het RIVM als u iets wilt weten. Daarnaast is er een klankbordgroep opgericht waarin onder andere telers meedenken over de opzet van het onderzoek en advies geven. Meer informatie is te vinden op de website van het RIVM: www.rivm.nl.
Hoe wordt de gemeenschap geïnformeerd over de resultaten van het onderzoek?
De uitkomsten van dit onderzoek zullen worden gebruikt om fase 2 zo efficiënt mogelijk op te zetten. De resultaten van onderzoeken als deze worden gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften en op de website van het RIVM (link).
Wanneer kan ik de resultaten van het onderzoek zien?
Ongeveer anderhalf jaar na afronding van het onderzoek vindt u op de website een samenvatting van de resultaten van dit onderzoek.
Wat kan ik doen om mijn blootstelling te verminderen?
Op dit moment kunnen we nog geen specifieke adviezen geven over het verminderen van blootstelling, omdat dit een van de vragen is die we met het onderzoek willen beantwoorden. Zodra de resultaten bekend zijn, zullen deze worden gepubliceerd op de website van het RIVM.
Hoe kan ik deelnemen aan de discussie of feedback geven over het onderzoek?
U kunt altijd contact opnemen met het onderzoeksteam of met het RIVM als u iets wilt weten. Daarnaast is er een klankbordgroep opgericht waarin onder andere telers meedenken over de opzet van het onderzoek en advies geven. Meer informatie is te vinden op de website van het RIVM: www.rivm.nl.