Metingen
Blootstelling in kaart brengen
We vragen u om op de volgende manieren, samen met uw kind, de blootstelling te meten:
- Een stofmonster in huis verzamelen
- Een plukje haar van uw kind af te nemen
- Eenmalig de ochtendurine van uw kind te (helpen) verzamelen.
- Uw kind vragen we om voor een periode van twee weken een polsbandje te dragen. Daarnaast blijft een tweede polsbandje twee weken in de slaapkamer van uw kind liggen.
Deze vier methodes helpen ons om de blootstelling in kaart te brengen. Bij elke meting stellen we u ook een paar vragen, zoals de datum van afname en eventuele bijzonderheden.
Bepaling van cognitie
Naast het meten van de blootstelling, willen we cognitie testen:
- Uw kind doet mee aan een online testserie. Dit duurt ongeveer 1 uur en hieruit krijgen we informatie over onder andere intelligentie.
- We vragen u en uw kind om de leerkracht van het kind te benaderen om een vragenlijst in te vullen over de ontwikkeling van het kind. Er is op de website ook een informatiepagina voor de leerkracht en de school over dit onderzoek.
- We vragen uw toestemming om gegevens van uw kind te koppelen aan de uitslag van de doorstroomtoets die uw kind in het voorjaar in groep 8 (heeft ge)maakt. Dit gebeurt via de database van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek).
Tot slot
We willen in de CBS-database ook de woongeschiedenis van het kind bekijken. Zo kunnen we inschatten of uw kind op eventuele eerdere woonadressen blootgesteld is geweest aan bestrijdingsmiddelen. Hiervoor vragen we uw toestemming. Zie de toestemmingsverklaring.